De Dakar Rally 2023 is nu echt voorbij voor Gert Huzink. De Riwald-coureur kon beginnen aan de zesde etappe met een gerepareerde truck, maar bij de verplichte stop op 207 kilometer in de proef bleek dat er zand in de motor van de Renault was gekomen. Pascal de Baar reed de proef wel helemaal uit, zonder grote problemen, en eindigde op de zevende plaats. 

De monteurs van Riwald en MKR waren tot de ochtend bezig met de truck van Huzink. Omdat er geen cilinderkop te vinden was die er op tijd kon zijn, werd besloten het onderdeel dan maar zelf te repareren. Dat lukte en Huzink kon van start.   

“De proef ging goed vanaf het begin”, vertelde Huzink. “Maar na circa 150 kilometer ging de motor zwaarder lopen en misten we vermogen. We zakten terug van 2 minuten achterstand naar 11 minuten. Bij de verplichte stop was de motor niet meer aan te krijgen.. Toen bleek dat de slangklem van de turbo los zat en daardoor was er zand door de turbo in de motor gekomen. Muurvast, dus nu is het wel echt einde verhaal.” 

Pascal de Baar noemde de zesde etappe, met een wedstrijdproef van 357 kilometer ‘een listig dagje’. De #507 begon als vijfde aan de proef, met Mitchel van den Brink – die de etappe zou winnen – voor zich en Martin Macik achter zich. “Op 10 kilometer maakten we een fout, waardoor Macik erlangs kon”, vertelt De Baar. “Die hadden we echter al gauw weer te pakken en dat spelletje ging een kilometer of 20 zo door.” 

De Baar zag klassementsleider Ales Loprais vast staan in de duinen, maar besloot om door te rijden. “We hebben getwijfeld en achteraf heb ik spijt dat we niet toch hebben geholpen. Amper 10 kilometer later reden we zelf vast op een klein duintje. We konden met behulp van de luchtkussens snel zelf weer los komen.” 

Bij de verplichte stop kwam De Baar erachter dat het hele veld voorin was verschoven. Janus van Kasteren voorop, met Mitchel van den Brink op de tweede plaats. “Na de rust liep het ook niet meer zo lekker. Toen wisten we wel al dat een mooie tijd er niet meer in zat. De zevende tijd is niet slecht en we kunnen nog steeds met de top meedoen. Morgen proberen we het gewoon weer.”