Gert Huzink vocht dinsdag een prachtig gevecht uit met Martin Macik, maar zes kilometer voor de finish ging het helemaal mis aan boord van de Renault Hybride-truck. Het is nog de vraag of het team woensdag in de vierde etappe van start kan gaan. 

“Het ging eigenlijk heel erg goed, we waren Macik in de eerste duinen al voorbij”, legt Huzink uit. “Bij een kilometer 30-zone ging hij me net voorbij, daar ging hij iets later op de rem. Daardoor zat hij er weer voor, maar we konden de druk erop houden en zaten pal achter hem. Hij ging daarna in de fout en moest een band wisselen, toen lagen wij weer voor. Na de pauze maakten wij een klein foutje in de navigatie en kwam hij er bij ons weer voor. We reden er weer naartoe en moest hij nog een keer een band wisselen. Toen dachten wij mooi rustig naar de finish te cruisen.” 

Daarmee was de dagzege binnen handbereik voor Huzink. “We hebben een paar tandjes teruggeschakeld, wij hadden ook al een band moeten wisselen en dat wilden we niet nog een keer doen. Zes kilometer voor de finish roken we iets vreemds en dan ga je steeds meer in de spiegels kijken. Uiteindelijk kwamen de vlammen uit de zijkant vliegen en hebben we de brandblussers gepakt. Uiteindelijk kregen we het uit, maar er is wel redelijk veel schade. Ze zijn nu aan het kijken wat er nog te repareren valt, maar ik ben op dit moment niet zo vrolijk. Dan denk je rustig naar de finish te cruisen en dan gebeurt er zoiets, dat is balen.” 

Huzink grijpt de kleinste kans aan om alsnog van start te gaan in de etappe van woensdag, maar het is nog de vraag of dat gaat lukken. “Je moet altijd kijken of er nog iets inzit om morgen te starten, dat hoort ook bij het spelletje. We houden de moed erin, maar we hebben wel elke dag iets. Daar word je niet vrolijker en fanatieker van. Maar we geven niet op. Als er een kans is, dan grijpen we die en hopelijk kunnen we morgen weer starten.”